Zondag 20 april 2014
Eén van de dingen die ik graag wou doen in New York was een gospeldienst bijwonen. Vandaag was het zondag (en toevallig ook Pasen) dus dat was de ideale gelegenheid om deze wens in vervulling te laten gaan. Ik had thuis op internet een aantal opzoekingen verricht en New Mount Zion Baptist Church leek me een kerk die open stond voor bezoekers, maar toch niet te toeristisch was. Door de jetlag waren we weer vroeg wakker en om half 7 zaten we al op de metro naar Harlem.
Toen we bij de kerk aankwamen, vroegen we of we de misviering van half 8 mochten bijwonen en we werden direct met open armen ontvangen. We waren er de enige blanken. Het was echt een speciale ervaring om deze viering mee te maken. De pastoor sprak vol overtuiging en alle aanwezigen gingen helemaal op in zijn verhaal. Het was absoluut geen saaie viering! Er werd gezongen en gedanst en in de handen geklapt. Er werd echt een feest van gemaakt. De pastoor leek af en toe zelfs in een soort trance te verkeren. Ik vond het absoluut fantastisch om dit mee te maken! Tijdens de misviering werd zelfs vermeld dat er mensen uit Belgium aanwezig waren, alsof we eregasten waren of zo, haha. Ik raad het echt iedereen aan om dit eens mee te maken (mits het nodige respect uiteraard).
Na de mis namen we de metro naar Columbia University. Om hier te geraken, wandelden we nog een stukje door Morningside Park, een verrassend leuk park met grote hoogteverschillen. De universiteit zelf was op deze Paaszondag natuurlijk uitgestorven, maar het was toch leuk om het plein en de gebouwen te zien die je herkent uit zoveel films en tv-series. We kochten hier ook voor de eerste keer eten van een foodtruck, maar omdat ze op zondag geen verse bagels bakten en mijn bagel echt wel oudbakken was, heb ik hem na twee hapjes al in de vuilnisbak gegooid. Mijn eerste foodtruckervaring was dus geen succes.
We wandelden verder via de Cathedral Church of St. John the Divine (hier gingen we niet naar binnen, er was net een mis bezig en twee vieringen op één dag vonden we een beetje teveel van het goede) en kwamen zo terug in Morningside Park terecht. We zagen een schattig vijvertje waarin een aantal schildpadden lagen te zonnen en enkele kinderen speelden een partijtje baseball op het grote grasveld.
New York kent natuurlijk nog een ander, veel bekender park. Rond 11 uur verlieten we Morningside Park om één blok verder via de noordwestingang Central Park in te lopen. Het zuidelijke deel van dit park is veel bekender dan het noordelijke, maar het noordelijke deel is zeker ook de moeite waard én veel rustiger. In het weekend mogen er geen auto’s door Central Park rijden en dus is het veel leuker om dan door het park te wandelen. Op sommige plekken waren we helemaal alleen en hoorden we ook niets anders dan het geluid van vogeltjes. Je zou bijna vergeten dat je in een stad zit van meer dan 1,5 miljoen inwoners (alleen al op Manhattan).
We wandelden hier een dik uur rond tot we bij het Guggenheim Museum het park weer verlieten. Met de New York Pass hadden we gratis toegang tot het museum en dus zijn we hier kort even binnen geweest om het gebouw te bewonderen. De tentoonstelling sprak ons niet zo aan, dus na een half uurtje stonden we alweer buiten, maar het gebouw zelf is echt prachtig om te zien.
Hierna ging het verder naar The Metropolitan Museum of Art. Dit is een museum waar ik waarschijnlijk wel een hele dag had kunnen doorbrengen. Het is een beetje vergelijkbaar met het Louvre in Parijs, en net daarom wou ik er nu niet te lang blijven hangen. Er zijn nog zoveel andere dingen te zien in New York, maar omdat het met onze New York Pass ook hier gratis was en we niet moesten aanschuiven, zijn we toch maar even een kijkje gaan nemen.
Ondertussen was het al bijna 14 uur geworden en begonnen we wel wat honger te krijgen. We kochten iets van de foodtrucks die voor The Met geparkeerd stonden, maar ook deze keer viel het voor mij weer tegen. We kochten dan maar een ijsje in Central Park en dat smaakte me wel.
Na op een bankje even uitgerust te hebben, wandelden we verder door Central Park richting het American Museum of Natural History. Net voor vertrek hadden we de film Night at the Museum gezien en dus wilden we hier wel eens een kijkje nemen. Onderweg kwamen we nog langs een vijver waar allemaal schildpadjes lagen te zonnen en zagen we de foodtruck van Wafels & Dinges.
Uiteindelijk hebben we toch nog een paar uur doorgebracht in het museum. Vooral (of eigenlijk enkel) de tentoonstelling over de dinosaurussen was de moeite.
Toen we weer buiten stonden, was het al 18u en moesten we beslissen of we de metro terug gingen nemen of dat we te voet verder gingen lopen door Central Park. Omdat we nog geen honger hadden, kozen we voor de tweede optie. We zagen nog een aantal plekken die we herkenden van tv, zoals de Bethesda Fountain.
Ons avondeten nuttigden we bij Ellen’s Stardust Diner. Deze diner is bekend door het zingende personeel. De mensen die hier werken, zorgen er niet enkel voor dat jouw eten op tafel komt te staan, ze zorgen ook voor de muzikale noot. Het is net alsof je aan het eten bent in een musical. Heel leuk (vond ik toch, ik had de indruk dat dat zingen voor Tony allemaal niet zo nodig was, haha). Het eten was ook niet slecht.
Het enige nadeel was de wachtrij. We hebben deze dag heel wat afgewandeld, ik denk dat we gemakkelijk aan 15 km kwamen en het was niet onze eerste dag in New York, dus onze voeten deden behoorlijk pijn. En dat voel je harder als je stilstaat. We moesten nog een tijd buiten in de rij wachten tot er een tafel voor twee vrijkwam en dat was afzien. Ik was heel blij toen we eindelijk konden zitten. Nog een grappige anekdote: terwijl we zo in groep buiten stonden te wachten, stopte er een auto naast het restaurant. De bestuurder draaide zijn raampje open en riep ons toe: “You guys are waiting in line for a burger?! Only in New York!”.
Na deze muzikale ervaring wandelden we de laatste 1,5 km terug naar het hotel voor we onze voeten eindelijk konden laten rusten.