Zaterdag 5 oktober 2019
Oorspronkelijk zouden we via de kust naar Boston rijden, om daarna via de White Mountains terug richting het noorden (Canada) te reizen. Nu wou ik heel graag eens zo’n typische Amerikaanse fair meemaken en daar was het nu wel de periode voor, alleen kwamen de data van de fairs in de omgeving nooit overeen met de momenten dat wij op die plekken zouden zijn. Omdat het me nu toch wel de moeite leek om dat eens te ervaren, hadden we beslist om de planning iets om te gooien zodat we vandaag de Fryeburg Fair konden bezoeken, één van de grootste agricultural fairs van New England. Morgen was het daar immers de laatste dag. We gingen vandaag dus het binnenland inrijden en eerst de White Mountains aandoen, en pas daarna afzakken naar Boston. In totaal was dat niet eens zo ver omrijden.
Het leek me wel leuk om nog eens in een Denny’s te gaan ontbijten, maar dat bleek niet zo’n goede zet te zijn. Ze waren er blijkbaar een beetje onderbemand en we hebben echt lang op ons eten moeten wachten. De man die uiteindelijk ons eten kwam brengen, droeg rubberen laarzen en een schort dus we dachten dat die man normaal de afwas doet en nu extra werd ingezet als ober, maar nadien bleek hij ook de kassa te bemannen. Hij bleek uiteindelijk de manager te zijn.
Het was al 11u toen we bij de Penobscot Narrows Bridge Observatory arriveerden. Daar hebben ze in één van de spijlers van de brug een observatiedek gebouwd, het hoogste observatiedek in een brug ter wereld. We moesten daar toch voorbij rijden, dus dat leek ons wel een leuke stop. Boven in de brug had je een mooi uitzicht over de omgeving. De ramen gingen er helemaal tot aan de vloer, dus dat was best wel een beetje eng.
Naast de brug ligt Fort Knox, een fort dat dateert uit 1844, dus daar gingen we ook maar een kijkje nemen. Het was leuk om daar even rond te wandelen.
Toen we buiten kwamen, was het al bijna 13u en we moesten nog een 3tal uur rijden tot aan de Fryeburg Fair, dus we besloten om maar gewoon in één keer door te rijden zonder verder nog ergens te stoppen. In Fryeburg aangekomen bleek het daar verschrikkelijk druk te zijn. In de omgeving van de fair hadden veel buren hun voortuinen opengesteld om auto’s te parkeren, tegen betaling. Er was ook een officiële parking vlakbij de fair, die was wel iets duurder maar dan wel vlakbij de ingang. Dat was dan het voordeel van wat later aan te komen, we konden nog net een plaatsje bemachtigen daar. Waarschijnlijk iemand die net was weggereden. De fair zelf was trouwens ook niet gratis.
Het was natuurlijk een agricultural fair dus er waren vooral veel boederijdieren: geiten, varkens, koeien, paarden, schapen en zelfs lama’s. De dieren leken allemaal heel goed verzorgd, maar het zijn natuurlijk ook prijsbeesten. Het zou me niet verbazen moest hier veel geld mee gemoeid gaan. We liepen een rondje door de stallen van de dieren, gingen even kijken naar de horse and ox pulling (paarden en ossen die een zwaar gewicht zo ver mogelijk moeten trekken) en kochten er natuurlijk ook verschillende dingen om te eten en te drinken. ‘s Avonds was er ook een country bandje aan het optreden. Heel leuk om eens mee te maken allemaal. Het viel ons op dat ze hier best wel pro Trump en pro wapenbezit lijken te zijn. Dat leidden we alleszins toch af van de boodschappen op de T-shirts die ze hier verkochten.
Tegen half 8 hadden we wel genoeg gezien en vertrokken we naar ons hotel voor de komende twee nachten. Ons hotel ligt in de White Mountains en noemt 1785 Inn. Zo zag de kamer er ook wel een beetje uit. Het zou me niet verbazen moest het hier ‘s nachts beginnen spoken.