Dag 18: Las Vegas – Death Valley National Park

Donderdag 12 mei 2016

Klik op de kaart voor een grotere versie

Vandaag verlieten we Las Vegas om weer de natuur in te rijden. We deden het wel rustig aan want pas om 11u reden we weg bij het hotel.

Natuurlijk kan je Las Vegas niet verlaten zonder de verplichte foto-stop bij dit bord:

Hierna ging het verder naar Death Valley National Park.

Onze eerste stop was bij Dante’s View, vanwaar je een mooi uitzicht hebt over de omgeving. Je ziet onder andere de zoutvlakte van Badwater beneden liggen, wat vandaag ook nog op de planning stond.

Het was hier nog steeds rond de 30° C. Het uitzichtpunt ligt 1.669 meter boven het zeeniveau. Badwater ligt 85,5 meter onder de zeespiegel en daar is het best wel een pakje warmer. Death Valley is geen park om lange wandelingen te maken, tenzij je goed tegen de warmte kunt. We beperkten ons dan ook tot mooie autoritten, uitzichtpunten en af en toe een heel klein stukje wandelen als we daardoor iets beter konden bekijken, maar we zaten altijd redelijk snel terug in de auto.

We reden ook de onverharde 20 Mule Team Canyon Road, een leuke weg door een mooie omgeving.

De volgende stop was bij Zabriskie Point. De naam Death Valley klinkt misschien saai, maar zoals je ziet, zijn ook hier weer prachtige dingen te zien.

We daalden alsmaar verder tot we bij Badwater Road kwamen. Als we Las Vegas al warm vonden, dan was het hier toch nog een beetje erger. De auto gaf 41° Celsius buitentemperatuur aan. De warmste temperatuur ooit gemeten in Death Valley zou 58,3° C zijn. Dan wil je toch echt niet uit de auto komen… Wij hielden het bij deze temperaturen al niet lang uit.

Bij Devil’s Golfcourse waagden we ons toch nog even uit de auto. Dit is een vlakte die bezaaid is met zoutpilaren.

We liepen ook even kort de zoutvlakte op bij Badwater Basin, dit is het laagste punt op het westelijk halfrond.

Als laatste reden we de Artist’s Drive af, een prachtige weg. De tweede foto is Artist’s Palette en je kan wel zien waarom deze plek zo genoemd wordt. De rotsen hebben hier echt allerlei kleuren, je kan zelfs blauw en roze zien. Als je Death Valley bezoekt, vind ik deze weg zeker een aanrader om te rijden!

’s Avonds hebben we heerlijk gegeten in een restaurant in het park. Niet dat er veel keuze was, er waren maar twee restaurants… Ik had baby back ribs waarvan het vlees gewoon van het been viel (perfect!) en Tony waagde zich aan een 32 ounce steak (iets van een 900 gram) en het moet gezegd worden, op dit moment is dit de beste steak die hij deze reis al gegeten heeft.

We sliepen in het park zelf, gelukkig had onze kamer airconditioning want ook ’s avonds bleef het warm. We hebben nog tot 11 uur in het zwembad gezeten, heerlijk om een beetje af te koelen. Ik denk dat het nog steeds een 30° was.