Dinsdag 26 april 2016
We waren ’s ochtends al vroeg wakker door de jetlag. Ik was ’s nachts al een paar keer wakker geworden, maar uiteindelijk heb ik het toch kunnen rekken tot 6 uur. Tony heeft gelukkig wel aan één stuk door geslapen en stond iets na 6 ook op.
Nadat we alle koffers hadden herschikt en een douche hadden genomen, was het alweer 8 uur eer we gingen ontbijten. In de hotelprijs zat een gratis ontbijtbuffet inbegrepen en dit was best goed verzorgd. Er waren allerlei soorten ontbijtgranen, toppings om op je yoghurt te doen, verschillende soorten fruitsap, eieren en worstjes en je kon zelf brood roosteren en van die typische Amerikaanse, dikke pancakes laten bakken (je moest gewoon op een knop duwen en een machine deed de rest). Die pannenkoeken kon je dan ook weer naar hartenlust versieren met allerlei toppings.
Na het ontbijt trokken we naar de Walmart voor de eerste aankopen van deze reis. Het viel ons meteen op hoeveel verschillende smaken cola en fanta ze hier hebben.
Het is altijd leuk om even rond te lopen in de Walmart, bovendien hadden we vanmorgen in het hotel ook nogal getreuzeld, dus tegen de tijd dat we in Pinnacles National Park aankwamen, was het al bijna 12 uur. Onderweg reden we door een heel mooi heuvelachtig landschap.
In Pinnacles National Park kochten we meteen een America the Beautiful Pass voor $80. Met deze pas heb je een heel jaar lang toegang tot alle nationale parken en andere nationale sites (monuments, recreation areas, historische sites, enzovoort). Voor ons was dit voordeliger dan in elk park apart inkom te moeten betalen. Uiteindelijk gaan we deze reis toch 8 nationale parken aandoen.
Pinnacles National Park is een verrassend mooi park dat vooral bekend is om zijn pinnacles (rotspilaren) en het park neemt ook deel aan een programma dat probeert om de populatie Californische condors weer uit te breiden. Er komen nog niet veel toeristen in dit park. De meeste toeristen rijden van San Francisco naar Los Angeles via de kustweg Highway 1 en dit park ligt iets meer in het binnenland. Hierdoor was het wel heel leuk wandelen in dit park. Niet dat we totaal geen andere wandelaars tegen kwamen, maar het was er toch nog lekker rustig.
Ik had op voorhand al een idee over welke wandeling we konden doen, maar toen we even navraag deden bij een park ranger, beslisten we om deze wandeling nog uit te breiden met een stukje grot erbij. We zouden dan wel minder tijd hebben om Monterey te bezoeken, onze slaapplaats voor vandaag, maar we brachten onze tijd dan liever in dit mooie nationale park door. We aten eerst onze lunch op (vers gekocht in de Walmart, haha) aan een picknickbankje op een idyllische plek onder de bomen met een riviertje ernaast. Heerlijk!
Daarna begonnen we aan onze eerste uitdaging van de reis. We zijn heel blij dat we de grotten er hebben bijgenomen. Dit was uiteindelijk maar een kleine omweg en de wandeling was gewoonweg prachtig en ook best avontuurlijk omdat we soms onder rotsen moesten doorkruipen en in hele donkere ruimtes kwamen waar we onze zaklamp nodig hadden. In de grot kwamen we op een bepaald moment ook een waterval tegen. Heel mooi allemaal.
Toen we de grot verlieten, kwamen we dit mooi meertje tegen.
De rest van de wandeling was ook de moeite. We hebben uiteindelijk de Bear Gulch Cave Trail gecombineerd met de Condor Gulch Overlook Trail en een stuk van de High Peaks Trail. Zo konden we een rondje lopen van een 11tal km. De High Peaks Trail was best wel zwaar, want er moest veel gestegen worden. De wandeling heeft een hoogteverschil van zo’n 400 meter. Op sommige plekken zijn er trappen uitgehouwen in de rotsen en als het echt gevaarlijk wordt, heeft men er ijzeren ballustrades neergezet. Dit maakt de wandeling best leuk en avontuurlijk, maar soms was het ook een beetje spannend (voor wie hoogtevrees heeft). We voelden al wel duidelijk in onze benen dat we deze wandeling morgen nog gaan voelen.
Onderweg genoten we van prachtige vergezichten.
Tijdens de wandeling zagen we ook een aantal condors vliegen. Na een 4,5 uur waren we terug aan de auto. Tegen het einde had ik het wel even gehad, mijn voeten begonnen echt pijn te doen, maar we waren wel blij dat we het gedaan hadden. Tony had nog zo gezegd dat als we in België 15 km konden wandelen (want ja, we hadden geoefend), het niet zo was dat we in Amerika gemakkelijk 10 km konden doen omdat die hoogteverschillen natuurlijk veel extremer zijn. Ik moet hem gelijk geven.
Ik was blij toen we weer in de auto zaten en zo zetten we onze reis verder naar het stadje Monterey aan de kust van Californië. We kwamen pas rond 20 uur aan in ons hotel. Net voor het hotel zagen we nog een prachtige zonsondergang boven de zee met Monterey op de achtergrond en we stopten even op een parking van waaruit we het strand op konden, maar nadat we door de hevige wind werden gezandstraald, zijn we maar snel terug in de auto gestapt.
Omdat het al zo laat was, hebben we niet veel meer van Monterey gezien. Wel zijn we nog even naar Fisherman’s Wharf gereden om daar een hapje te eten. Ondertussen was het helemaal donker geworden en brandden er lichtjes op de pier, mooi om te zien. De Wharf zelf is heel toeristisch met allerlei restaurantjes en souvenirwinkeltjes, maar op dit late uur was er niet veel volk meer.
We maakten hier kennis met de voormalige politie-chef van Monterey. Het was weer even wennen aan hoe gemakkelijk die Amerikanen een gesprek met je aanknopen. Ze raadden ons een goed restaurantje aan, maar helaas sloten ze daar net de deuren. We konden wel nog terecht bij een ander restaurant maar dan ook enkel voor soep vanwege het late uur. Aangezien clam chowder toch een specialiteit is van deze streek en ik dit sowieso al wou eten, kozen we daar voor en dit bleek een dikke maaltijdsoep te zijn. Met een lekkere foccacio erbij hadden we echt wel voldoende gegeten en de clam chowder was overigens heerlijk. Echt een aanrader!