Dag 2: Trois-Rivières – Québec

Zaterdag 21 september 2019

Door het tijdsverschil met België waren we vanochtend al vroeg wakker, maar toch was het alweer 9 uur eer we bij ons motel wegreden. We waren trouwens heel tevreden over dit motel: het was niet te duur, lag pal op onze route maar toch hadden we geen last van het verkeer, het ontbijt was inbegrepen (basic maar voldoende) en we konden de auto vlak voor de deur parkeren wat toch wel erg handig is als je met bagage moet sleuren.

Ons typisch Noord-Amerikaans motel

Gisteren hadden we gewoon de snelste weg van Montréal naar Trois-Rivières genomen, een totaal oninteressante autosnelweg, maar vandaag gingen we via de Chemin du Roy verder naar de stad Québec rijden. Deze historische route volgt grotendeels de rivier Saint-Laurent en is een ideaal alternatief voor de anders nogal saaie autosnelweg. Oké, je doet er iets langer over, maar je hebt onderweg wel meer te zien en het is ook gewoon aangenamer rijden.

Sanctuaire Notre-Dame-du-Cap

We waren nog maar net vertrokken of we hielden alweer halt bij de Notre-Dame-du-Cap, een prachtige basiliek in Trois-Rivières. De Chemin du Roy was vroeger een belangrijke pelgrimsroute en je komt onderweg dan ook verschillende kerken tegen.

Nadat we de kerk bekeken hadden, liepen we ook nog even naar het water om de Saint-Laurent, de rivier die we de komende dagen grotendeels gaan volgen, voor het eerst eens ‘live’ te zien. Op deze plek zagen we nog gemakkelijk de oever aan de overkant; binnen een paar dagen gaan we de overkant niet meer kunnen zien omdat de rivier daar een pak breder is.

Saint-Laurent

Het was overigens heerlijk weer vandaag! Na bijna een uur reden we verder (we hadden ook nog even een wandelingetje over het terrein van de kerk gemaakt) en even later reden we over een brug die ons allebei zo charmeerde dat we gewoonweg even moesten stoppen.

Om de één of andere reden vonden we dit allebei een heel charmante brug.

We parkeerden de auto iets verderop bij Les Boissons du Roy, een winkel die fruitwijnen verkoopt. Ik had dat adresje tijdens mijn voorbereidingen gevonden en het leek me wel leuk om hier een lokaal product te kopen waar we dan later tijdens onze avonden in de natuur heerlijk van konden genieten. We werden heel vriendelijk ontvangen, mochten allerlei dingen proeven (Tony niet teveel natuurlijk want die moest nog rijden) en we kwamen uiteindelijk met drie flessen weer buiten, waaronder zowel wijn als porto die gemaakt was van blauwe bessen.

Les Boissons du Roy, een leuke stop langs de Chemin du Roy

Je hebt ondertussen misschien al gemerkt dat ik veel benamingen in het Frans schrijf. Québec is namelijk de enige provincie van Canada waar Frans de enige officiële taal is. De mensen hier zijn niet zo snel geneigd om Engels te spreken (niet iedereen kan dat trouwens), zeker niet als ze horen dat je zelf Frans kunt. Op zich geen probleem, alleen is het Frans dat hier gesproken wordt wel een tikkeltje anders dan in Europa (en dat is dus een understatement 😉 ). Sommige woorden worden hier zó anders uitgesproken dat het soms gewoon heel moeilijk is om te verstaan. Als je benieuwd bent hoe dat Québecs Frans zo ongeveer klinkt, luister dan maar even naar een stukje van deze YouTube-video. Het is even wennen 😉

Eglise Sainte-Anne-de-la-Pérade: één van de vele kerken langs de Chemin du Roy.

Een aantal kilometer verderop sloegen we een zijweg van de Chemin du Roy in om daar een schattige windmolen te bewonderen, die echt prachtig aan het water was gelegen. Hier moest ik toch wel even stoppen om een foto te trekken en van het mooie uitzicht te genieten.

De volgende langere stop was in het dorpje Deschambault. De vrouw van de fruitwijnenwinkel had ons verteld dat daar vandaag een marktje bezig was waar ze lokale producten verkochten en het was dus wel leuk om daar even rond te struinen en iets lekker te kopen voor de lunch. We liepen er ook even de Magasin Général Paré binnen, een general store waar ze nog de originele schabben uit 1866 hadden bewaard. Verder hadden ze in dat dorpje ook een heel pittoresk stenen pastoriegebouw en kon je via een houten trap naar de rivier afdalen waar we even lekker op de rotsen aan het water hebben gezeten. Een leuke stop om even de benen te strekken. Niet dat we nu al zo lang in de auto hadden gezeten…

Onderweg zagen we al regelmatig versiering voor Halloween. Sommige huizen waren echt over the top gedecoreerd, maar daar heb ik helaas geen foto’s van (het is ook een beetje raar om iemands huis te gaan fotograferen).

Onze laatste halte voor Québec (op een kraampje langs de weg na waar we heerlijk verse kerstomaten kochten) was bij de Réserve naturelle du Marais-Léon-Provancher. Een mond vol. Het was ongeveer 14u toen we hier aankwamen en dus twijfelden we even of we hier nog wel een wandeling zouden maken want dat zou dan betekenen dat we minder tijd overhielden voor de stad. Uiteindelijk leek het ons toch leuk om hier even rond te wandelen. Het was ook ineens een goede test om te zien hoe mijn been het zou uithouden (de laatste weken voor vertrek had ik daar immers weer wat meer last van). Het was een aangename wandeling langs een moeras, door een bos en dan nog een stukje langs de Saint-Laurent rivier.

Rond 17u arriveerden we in onze B&B in hartje Québec City. Het was nog een uitdaging geweest om een enigszins betaalbare overnachting te vinden die liefst ook nog op wandelafstand van het oude centrum van Québec lag, maar het was ons dan toch gelukt. We kregen een ruime, leuke kamer in een mooi gebouw, maar lang wou ik daar niet blijven want ik wou graag nog even de stad intrekken. We hadden hier tenslotte maar één avond; morgenavond zouden we alweer doorrijden naar onze volgende bestemming.

Plaines d’Abraham met zicht op de Saint-Laurent

Via het grote park Plaines d’Abraham, dat vlakbij ons hotel gelegen was, wandelden we naar de Promenade des Gouverneurs, een houten boardwalk die ons naar de Terrasse Dufferin in Vieux-Québec leidde.

We liepen zo een heel stuk langs de Citadelle, een oud fort dat nog steeds gebruikt wordt voor militaire doeleinden. Aan onze rechterkant zagen we de hele tijd de rivier.

In het oude gedeelte van Québec bewonderden we het bekende Château Frontenac, waarschijnlijk één van de meest gefotografeerde hotels ter wereld.

Terrasse Dufferin met het prachtige Château Frontenac

En dan waagden we ons tussen de mensenmassa in Basse-Ville. Dit lager gelegen deel van Vieux-Québec deed heel Europees aan. Blijkbaar was er die avond iets te doen waardoor verschillende kunstgalerijen tot laat in de avond open waren en je overal op straat cava kon kopen. Op verschillende plaatsen was er bovendien live muziek te horen. Het had heel gezellig kunnen zijn als er niet zo verschrikkelijk veel volk had rondgelopen.

Vreselijk druk dus, maar wel bijzonder fotogeniek! Ik kon maar niet stoppen met het nemen van foto’s tot Tony me duidelijk maakte dat hij toch echt wel honger begon te krijgen.

Ik kon maar niet genoeg krijgen van de schattige straatjes van Vieux-Québec.

Het was ondertussen ook al half 8. We wilden wel graag weg uit de drukte, dus namen we de funiculaire (lift) terug naar de bovenstad en zochten we daar ergens een gezellig restaurantje uit. Ook nu waren we echter niet zo enthousiast over het eten. Misschien speelt de vermoeidheid ons een beetje parten? We waren natuurlijk nog niet helemaal aangepast aan het tijdsverschil.

Onze eerste indruk van Québec? Een prachtige stad, maar verschrikkelijk druk!

Een reactie achterlaten

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe jouw reactie-gegevens worden verwerkt.