Woensdag 27 april 2016
Deze ochtend zat er geen ontbijt bij ons hotel, dus reden we naar het naburige Carmel-by-the-Sea. Fun fact: Clint Eastwood is nog burgemeester geweest van dit stadje. Bij the Tuck Box aten we een heerlijke omelet en daarna reden we nog even door het stadje en maakten nog een paar stops, onder andere bij het strand van Carmel, een prachtig wit strand waar veel mensen met hun honden aan het spelen waren. Ik had al gelezen dat Carmel een heel hondvriendelijke stad is en dat was duidelijk. Carmel zelf is ook een charmant, sprookjesachtig stadje. Leuk om even door te rijden/wandelen.
Daarna reden we verder naar Point Lobos State National Reserve. Je moet $10 betalen om met je auto het park binnen te mogen rijden, maar dat is dan ook geldig voor alle state parks in Californië voor diezelfde dag. Blijkbaar is het nu net de periode dat er veel zeehondenpups geboren worden en we zagen al meteen een aantal zeehonden met kleintjes op een strand liggen, vlak onder ons. Het was echt heel leuk om deze dieren in het wild te zien.
We zagen wel één klein zeehondje dat blijkbaar zijn moeder kwijt was. Hij probeerde bij andere moeders melk te drinken, maar kreeg van iedereen slaag. Later hoorden we van een vrijwilliger dat het soms voorkomt dat een zeehond schrikt van mensen en zich daarom uit de voeten maakt en als een pup dan niet kan volgen, blijft die soms achter. Zeehonden zorgen enkel voor hun eigen jong en willen dus geen andere pups zogen. We hadden echt medelijden met die jonge zeehond, maar helaas is de natuur nu eenmaal zo. Laat dit een les zijn om dieren in het wild nooit te dicht te benaderen of op te jagen (bovenstaande foto’s werden overigens getrokken met een telelens). Die vrijwilliger wist ons nog veel andere interessante dingen te vertellen, hij was duidelijk gepassioneerd door de zeehonden en door dit park.
We twijfelden of we een lange(re) wandeling zouden maken, gezien de wandeling van gisteren nog in onze benen zat en het ook een beetje begon te druppelen. We gingen dus maar een klein stukje doen, maar het was overal zo mooi dat we maar bleven doorgaan en doorgaan tot we uiteindelijk toch best nog een groot stuk gewandeld hebben, zelfs een stukje in de regen (maar daar zijn regenjassen voor). Later is het ook weer helemaal opgeklaard. In het park zijn veel wandelpaden die vlak langs de kust lopen en je hebt er dus een prachtig zicht op de rotsen en de zee. We zagen in de verte opnieuw een aantal zeehonden met pups en we zagen een aantal otters in zee drijven, echt prachtig om deze dieren zo in het wild te zien. Point Lobos is echt een heel mooi park. Het viel al bij al nog goed mee met de beenspieren; gisterenavond na de wandeling dacht ik echt dat ik vandaag niets zou kunnen doen.
De rest van de dag reden we verder via Highway 1 met regelmatig een stop bij een vista point. Highway 1 of Pacific Coast Highway is een prachtige kustweg langs de Grote Oceaan met aan de ene kant bergen en aan de andere kant een paar meters lager de oceaan. Het water slaagt er ruw tegen de rotsen waardoor je op sommige plekken heel mooie uitzichtpunten hebt. Ook de bruggen die op sommige plaatsen langs de Highway zijn gebouwd, zijn heel fotogeniek. Het stuk tussen Monterey en Morro Bay is het mooist en dit stuk wordt ook Big Sur genoemd.
’s Middags aten we een hapje bij Nepenthe, een restaurant op een unieke locatie met een prachtig zicht op de oceaan. Je merkt dit ook wel aan hun prijzen: het was er niet goedkoop, maar wel heel lekker. We waren er pas rond 15 uur en zelfs dan moesten we nog even wachten voor we aan tafel konden, maar het was zeker geen straf om in het zonnetje te zitten wachten met dit prachtige uitzicht.
Bij Julia Pfeiffer Burns State Park (hier konden we met die $10 van deze ochtend ook parkeren) maakten we nog een korte wandeling van een halve mijl naar een waterval die uitkomt op het strand. Een heel populaire stop bij toeristen, maar zeker de moeite waard om die korte wandeling even te maken.
De laatste stop van de dag voor we bij ons hotel aankwamen, was een vista point waar vaak zeeolifanten liggen. Ik was op voorhand nog aan het hopen dat er op zijn minst een aantal zouden liggen, maar er lagen er echt honderden! En wij stonden er maar op een paar meter vandaan, echt heel leuk.
Het was alweer 20 uur toen we bij ons hotel in Morro Bay aankwamen. Omdat we ’s middags nogal laat en veel hadden gegeten, hadden we totaal geen honger meer en hebben we het avondeten gewoon overgeslagen.
In Morro Bay bevindt zich de Morro Rock, een vulkanische plug die opreist uit de zee. Ook in het donker was deze al indrukwekkend, maar we gaan morgenochtend nog eens terug om hem bij daglicht te bekijken.