Vrijdag 16 maart 2018
Na een slechte nachtrust kwamen we om kwart na 7 ’s ochtends aan in Chiang Mai, de tweede grootste stad van Thailand. Reizen per nachttrein was weer eens een nieuwe ervaring, maar erg comfortabel was het toch niet. We namen de taxi naar het hotel, waarbij we ons waarschijnlijk hebben laten oplichten en de volle € 2 teveel hebben betaald voor de taxi, en na het inchecken mochten we meteen aanschuiven aan het ontbijtbuffet. Dat vonden we erg aangenaam want we hadden er nog niet geslapen, dus eigenlijk ook nog geen recht op ontbijt. Tijdens het eten kwamen ze ons melden dat onze kamer al in orde was, om 9 uur ’s ochtends! De kamer zelf was ook een leuke verrassing, want die was echt wel groter dan we verwacht hadden.
Nadat we ons geïnstalleerd hadden, maakten we plannen voor het verdere verloop van de dag. We wilden graag naar de bergtempel Doi Suthep, maar we zochten eerst even op wat de gemiddelde toerist eigenlijk betaalt voor een taxirit. Het is hier niet zoals in Bangkok dat je kan vragen om op de meter te rijden. In Chiang Mai rijden er songtaews, dat zijn gedeelde taxi’s, en het kost blijkbaar standaard 30 baht per persoon per rit binnen het centrum. Wij hadden echter de fout gemaakt om vanmorgen aan het station naar de prijs te vragen en dan betaal je als toerist eigenlijk sowieso teveel. Het was ons niet zozeer om het geld te doen (omgerekend ging het dus maar om een € 2 die we teveel hadden betaald), maar het gaf ons gewoon een heel onaangenaam gevoel om zo te worden opgelicht.
Om Doi Suthep te bereiken, las ik dat we best eerst een taxi naar de zoo van Chiang Mai konden nemen, die nog net binnen het centrum ligt, en daar zouden songtaews staan die je verder de berg op rijden. Toen we dan toch bij de zoo waren, wilden we deze eigenlijk ook wel eens zien.
We hebben hier uiteindelijk toch vier uur doorgebracht. Het was een leuke zoo, maar hier en daar leek hij wel een beetje op zijn retour te zijn. Het spoor van de monorail dat door de hele zoo liep, was overwoekerd en werd duidelijk niet meer gebruikt. Er zaten niet overal dieren en bovenaan was er één of andere attractie gesloten en daar was het eigenlijk een beetje griezelig stil. Blijkbaar wisten de andere bezoekers van de zoo dat daar niets te zien was, want we waren er helemaal alleen. Wel hadden we een mooi uitzicht op de stad, voor zover daar iets van te zien is door de smog.
Rond 15 uur verlieten we de zoo en begaven we ons naar de taxi’s die toeristen de berg op rijden. Ze vroegen helemaal niet veel voor deze rit, maar we moesten dan wel even wachten tot er in totaal 10 mensen mee wilden. We waren met vier en een kwartier later waren we nog steeds met vier. Er werd dan voorgesteld om toch maar te rijden als iedereen iets meer wou betalen, maar dat vonden we geen probleem. Na een zeer bochtige rit van 20 km omhoog de berg op (wat was ik blij dat we niet zelf met een scooter reden), kwamen we aan bij de Wat Phra That Doi Suthep.
Nu moesten we nog 309 treden beklimmen om de eigenlijke tempel te bereiken, alhoewel wij precies een aantal treden gemist hebben want het leek echt niet zoveel. Ook deze tempel was weer erg mooi en er was zoveel te zien. Achter elk hoekje viel er wel iets nieuws te ontdekken. Beneden ons konden we Chiang Mai zien liggen.
Onder aan de trap van de tempel waren allerlei kraampjes opgesteld en daar heb ik een heerlijk mangosapje gekocht voor amper € 1. Ik wist al meteen dat ik nog mangosapjes ging drinken deze reis. Superlekker! Toen we weer bij het hotel waren, gingen we op zoek naar een gezellig restaurantje.
We zijn trouwens nog maar één week op reis (twee van die dagen zaten we in het vliegtuig, dus die tellen niet echt mee) en Tony heeft al onze beide petten kwijt gespeeld. Het hotel in Bangkok en een taxichauffeur in Chiang Mai zijn ondertussen een pet rijker. Met temperaturen van rond de 35° C kan je hier als bleekscheet echter niet lang zonder pet rondlopen, dus ik denk dat ik al weet wat ons volgende souvenir wordt.