Woensdag 28 maart 2018
Vannacht zijn we een paar keer wakker geworden van ons nieuw huisdier. Er zit een gekko op de kamer en zo’n beestje kan blijkbaar enorm veel lawaai maken! Toen we gisteren na onze uitstap naar het dierenasiel terug op de kamer kwamen, hadden we twee gekko’s ontdekt op het plafond in onze slaapkamer en omdat ik ergens had gelezen dat je ze best niet aanraakt omdat ze giftig zouden kunnen zijn (later heb ik ergens gelezen dat dat toch niet waar zou zijn), belden we naar de receptie om ons van die beestjes te verlossen. Minutenlang hebben twee mannen met een bezemsteel op dat arme diertje zitten jagen, dat beest was aan het krijsen dat het niet normaal was! Uiteindelijk hebben ze het levend kunnen vangen en buiten gezet, maar de gekko was wel zijn staart kwijt. Ik heb maar niet gezegd dat er nog een tweede gekko zat verstopt achter het gordijn. Ik wou dat beest het leed besparen en ik vond het nu niet zo erg om met een gekko op de kamer te slapen. Ik voelde me al schuldig voor wat ze dat ene dier hadden aangedaan, maar vannacht heeft de tweede gekko het ons dus betaald gezet. 😉
We huurden vandaag opnieuw een scooter waarmee we het eiland verder verkenden. Koh Lanta is een langwerpig eiland en er loopt maar één hoofdbaan van noord naar zuid, je kan dus eigenlijk niet verkeerd rijden, tenzij je de baan neemt die naar het westen van het eiland leidt wat wij natuurlijk per ongeluk gedaan hebben. Ons hotel ligt in het noorden en we gingen het Mu Koh Lanta National Park bezoeken op het meest zuidelijke puntje van het eiland, ongeveer een 30 km rijden. Onderweg zijn we even gestopt om een terrasje te doen aan een mooi strand omdat ik toch wel stijf werd van de hele tijd achterop de scooter te zitten.
Onze volgende stop was bij het Mu Koh Lanta National Park. Dit is maar een klein park, maar wel mooi. We zagen een varaan over de grond kruipen, genoten van de mooie natuur en beklommen de rots waar de vuurtoren op staat.
Boven bij de vuurtoren heb je een mooi uitzicht op het strand.
Dit was wel de moeite waard om een uur voor op een scooter te zitten.
We wandelden ook even over het strand waar we een dode kogelvis zagen liggen en een paar krabbetjes over het zand zagen lopen. Ook maakten we hier een wandeling. In het begin hadden we nog een mooi uitzicht op de zee en de vuurtoren, maar verder moesten we vooral veel stijgen en dalen op betonnen trappen in een bos en ik vond er eigenlijk echt niet veel aan. Ik herinner me de wandeling vooral als erg vermoeiend.
Toen we een klein anderhalf uur later weer beneden stonden, gingen we een welverdiende cola kopen in de winkel/bar van het park en daar zagen we tientallen apen rondlopen. Ze waren heel leuk om naar te kijken, maar toen ik mijn (nog gesloten) blikje cola even op een picknicktafel had neergezet (ik stond er zelf vlak naast), liep er ineens een aap mee weg. Tony heeft mijn cola verdedigd en weer terug gewonnen. 😀
We hadden een beetje schrik van de apen hier want ze waren redelijk brutaal en opdringerig, zelfs een tikkeltje agressief, en je wilt echt wel niet gebeten worden want de apen zouden drager kunnen zijn van allerlei op de mens overdraagbare ziektes.
We reden terug naar het noorden van het eiland en maakten onderweg een stop bij het mooie Ao Nuy Beach waar ik even het heerlijke water indook. Er was hier ook een klein barretje volledig in hout opgetrokken waar ze drankjes en eten verkochten. We vonden het een heel gezellig, rustig strand. Een leuke ontdekking.
De volgende stop was bij het Diamond Cliff Resort & Restaurant waar we heerlijk gegeten hebben in het restaurant hoog boven het strand. De prijzen waren hier weer veel democratischer dan in ons hotel. We dachten dat ons hotel misschien zo duur was omdat we ons op een eiland bevonden, maar dat was dus niet het geval, blijkbaar.
Rond 18 uur waren we terug in het hotel en genoten we nog een keer van een mooie zonsondergang vanuit ons privé zwembad. Dat klinkt lekker decadent, maar een tophotel vinden we het hier toch niet. We waren gisteren nog aan het grappen: “gisteren die mieren, vandaag de gekko’s, waar gaan we ze morgen eens voor laten langskomen?”, maar toen we ’s avonds wilden gaan slapen, zagen we plots een kakkerlak in de slaapkamer. Ik griezel echt van die beesten, dus we hebben toch maar opnieuw de receptie gebeld om dat beest buiten te zetten. De gekko zit trouwens nog steeds op de kamer, maar hij is verhuisd naar de living. We noemen hem nu Gekkie.