Donderdag 15 maart 2018
Vandaag begon onze reis naar het noorden van het land. Eerste stop: Ayutthaya, de voormalige hoofdstad van Thailand die in 1767 door de Birmezen vernield en geplunderd werd. Het resultaat is dat er nu allerlei mooie ruïnes te bezichtigen zijn. De stad ligt 80 km ten noorden van Bangkok en voor amper 50 cent heb je al een treinticket. De trein doet er ongeveer twee uur over. We wisten alleen niet dat je voor deze ‘korte’ afstand geen zitplaatsen hebt en de trein zat ook echt vol, dus moesten we twee uur lang rechtstaan in een hete trein en opletten dat onze koffer op wielen er niet vandoor ging. Het was wel eens leuk om dit mee te maken want er zaten maar een paar toeristen op de trein, het merendeel waren Thai. Regelmatig kwam er een vrouw langs om allerlei etenswaren en drankjes te verkopen. Er was een apart deel voorzien voor monniken en als er een monnik opstapte, stonden de vrouwen die daar zaten recht omdat monniken geen vrouwen mogen aanraken. Leuk om te zien allemaal, maar wat was ik blij toen we rond de middag aankwamen in Ayutthaya!
Op het station van Ayutthaya konden we onze bagage goedkoop in een kamertje achterlaten en we haalden meteen onze tickets op voor de nachttrein die we vanuit België al besteld hadden. Toen we het station uitliepen, werden we direct aangesproken door allerlei Thai die ons hun diensten (en tuktuk) wilden aanbieden. We namen echter eerst de ferry naar de overkant van de rivier in de hoop dat we daar misschien een goedkopere tuktuk konden scoren. Of dit echt geholpen heeft, weet ik niet, maar voor 1.250 baht hadden we een privéchauffeur die ons de rest van de dag heeft rondgereden, wat neerkomt op ongeveer € 5 per uur.
Ik had thuis een aantal reisblogs gelezen en zo had ik een lijstje samengesteld van tempels die mij persoonlijk het mooist leken. We begonnen met de Wat Mahathat, die vooral bekend is om het Boeddhahoofd dat vastzit in de wortels van een bodhiboom, maar ook de rest van de tempel was erg mooi om te zien.
We reden verder naar de Wat Phra Si Sanphet die vooral opvalt door zijn drie grote chedi’s.
De volgende halte was Wat Lokayasutharam. Van de tempel zelf blijft er quasi niets meer over, maar de 37 meter lange Boeddha is echt wel de moeite! We zagen hier ook een aantal Thai bloemen en wierook offeren voor het beeld.
Daarna was het de beurt aan de Wat Chai Watthanaram. Dit tempelcomplex wordt beschouwd als één van de mooiste van Ayutthaya en ook hier keken we weer onze ogen uit.
Toen we hier klaar waren, was het nog maar 15 uur en er was dus nog meer dan genoeg tijd om een paar extra tempels mee te pikken. We reden terug in de richting van het station en stopten bij de Wat Phanan Choeng. Dit is, in tegenstelling tot de andere tempels die we vandaag bezochten, geen ruïne. Het speciale aan deze wat (= tempel in het Thais) is het 19 meter hoge Boeddhabeeld en dat is best indrukwekkend.
Niet ver van de Wat Phanan Choeng ligt de Wat Yai Chai Mongkhon. Ik was heel blij dat we deze tempel ook nog hebben kunnen bekijken, want ook dit was weer een pareltje.
Na deze tempel vonden we het allebei wel voldoende. We hadden een goed beeld gekregen van wat Ayutthaya te bieden heeft en we hadden ook best honger gekregen. Onze tuktukchauffeuse (we waren begonnen met een man maar ondertussen had zijn vrouw het overgenomen) bracht ons naar een lokaal restaurant waar geen andere toeristen zaten en het eten was er overheerlijk en spotgoedkoop.
Rond 18 uur waren we terug op het treinstation. We waren bijna twee uur te vroeg voor de nachttrein naar Chiang Mai, maar we hadden, mede door de hitte, best een vermoeiende dag achter de rug en we vonden het dus niet erg om gewoon even te wachten (we hadden ook aangenaam gezelschap, zie foto). We hadden een privécabine geboekt op de trein en die zag er best oké uit. In de cabine zelf was een lavabo aanwezig en verderop in het rijtuig kon je douchen (een douche nemen op een rijdende trein is trouwens ook een ervaring). Als we morgen wakker worden, zullen we in het noorden van Thailand zijn.