Dag 4: Estes Park – Custer

Dinsdag 12 september 2017

Klik op de kaart voor een grotere versie

Vanochtend werden we al iets later wakker en om 6 uur waren we vertrekkensklaar. Het gaat de goede richting uit (binnen een paar dagen zullen we waarschijnlijk klagen dat we te vroeg moeten opstaan). Het motel waar we net twee nachten hebben doorgebracht, is echt zo’n typisch motel zoals in de films, in een U-vorm en met parkeerplek voor de deur van de kamer. De inrichting was niet de meest moderne, maar we hebben er goed geslapen en dat is toch het belangrijkste.

Vandaag was ons voornaamste doel afstand afleggen, maar onderweg zijn we ook verschillende keren gestopt. Op die manier werd de lange rit in stukjes opgedeeld en hadden we niet het gevoel dat we alleen maar in de auto hebben gezeten. Het eerste uur reden we nog over de mooie CO-34 tussen hoge rotswanden door, nadien werd het landschap veel platter (en saaier). In Fort Collins stopten we in de IHOP (International House of Pancakes) voor een uitgebreid ontbijt. Dit was al onze derde keer in Amerika en we waren hier nog nooit geweest, dat kon toch niet! Het ontbijt dat we voorgeschoteld kregen, was zeker voldoende om een tijdje mee toe te komen 🙂

We reden verder en passeerden de staatsgrens met Wyoming. Ik trok net een foto van het bord waarop een afbeelding te zien is van een cowboy te paard, toen rechts van mij een echte cowboy te paard voorbij kwam rijden. Ik voelde me helemaal in het Wilde Westen 🙂

Welcome to Wyoming!

Anderhalf uur later reden we Nebraska binnen, waar we Scotts Bluff National Monument bezochten. Deze rotsformatie was een duidelijk herkenningspunt voor de pioniers op de Oregon Trail en de Mormon Trail. In het visitor center bekeken we een interessante film over de geschiedenis van deze plek en ik kocht er nog een boek om meer te leren over de Oregon Trail. Het intigreert me dat deze mensen vrijwillig 3400 km aflegden in onderstaande huifkarren in de hoop om in het westen een beter leven op te bouwen. We kochten hier ook onze Nationale Parkenpas want dat was gisteren in Rocky Mountain NP niet gelukt.

Scotts Bluff National Monument

We reden met de auto naar de top van de rots waar we twee korte trails liepen naar verschillende uitzichtpunten. Het was vandaag weer lekker warm (29° C).

Scotts Bluff National Monument

Toen we uitgekeken waren, reden we verder naar Carhenge. Geïnspireerd door Stonehenge, maar dan gebouwd met auto’s. Bijzonder om te zien, maar wel een leuke plek om even de benen te strekken als je toch in de buurt bent.

Behalve Carhenge konden we hier nog een aantal andere auto-geïnspireerde kunstwerken bewonderen.

Toen we onze route weer vervolgden, kwamen we onderstaande ‘rest area’ tegen.

Het grootste deel van de dag reden we door lange, uitgestrekte landschappen zoals die op onderstaande foto. De omgeving is hier misschien iets saaier, maar het voordeel is dat ik dan het stuur kan overnemen zodat Tony ook even kan rusten. Lange, rechte banen vind ik geen probleem, maar laat me niet op een kronkelend bergweggetje rijden. Ondertussen was de temperatuur al opgelopen naar 34° C, maar onderweg reden we af en toe door een regenbui (met een plotse sterke daling in de temperatuur). In dergelijk uitgestrekt landschap zie je die buien al van ver aankomen. Soms zagen we rechts de zon heerlijk schijnen, terwijl het links in de verte aan het onweren was.

Rond half 6 kwamen we aan bij het visitor center van Wind Cave National Park in South Dakota (onze vierde staat al van deze dag). Hier keken we een heel interessante film over de dieren die in deze omgeving voorkomen en zo leerden we dat de bizon, waarvan er ooit meer dan 30 miljoen rondliepen in Noord-Amerika, op een paar jaar tijd bijna werd uitgeroeid door de komst van de blanken. Eind 19de eeuw schoten er nog maar 1000 van over! Op dit moment zouden het er opnieuw een 500.000 zijn. De bizons die in Wind Cave National Park voorkomen, zijn hier opnieuw geïntroduceerd door de mens want er was een tijd dat ze hier volledig verdwenen waren.

We waren niet van plan om een bezoek te brengen aan de grotten, maar we wilden wel even het gat zien waardoor de grot ontdekt is. Het verhaal gaat dat twee jongens wind hoorden huilen en toen ze op onderzoek uitgingen, vonden ze dit gat. Eén van de jongens ging dit eens van dichterbij bekijken en toen werd zijn hoed van zijn hoofd geblazen. Zoals je ziet op de foto met de zakdoek komt hier effectief een krachtige windstroom uit. Indrukwekkend!

We besloten om niet de kortste route naar ons hotel te nemen, maar om via de prairies van Wind Cave National Park en Custer State Park te rijden. In de avonduren zou je immers meer kans hebben op het zien van wildlife. Het begon al meteen goed toen we langs de weg allemaal kleine beestjes zagen: prairiehonden. Superschattige diertjes! Ze worden ‘honden’ genoemd omdat de geluiden die ze maken om hun soortgenoten te waarschuwen voor gevaar wel wat wegheeft van keffende honden. We genoten volop van deze grappige beestjes.

Prairie dog

Iets verder lagen er twee bizons in het gras. Dolenthousiast waren we! Onze eerste bizons! Wat verder liepen de bizons gewoon over de baan. Wat was dit genieten. We waren heel blij dat we toch nog voor de langere weg door het park hadden gekozen. Wat zijn die bizons toch bijzonder indrukwekkende dieren!

Zo blij waren we met onze eerste bizons! We wisten toen nog niet dat we ze nog veel vaker en in veel grotere getallen zouden terugzien deze reis.

Weer een stukje verderop zagen we een bosbrand in de verte. Er stonden brandweer- en ziekenwagens paraat, maar we vermoedden dat het hier om een gecontroleerde bosbrand ging. De natuur heeft hier immers af en toe nood aan.

Iets later zagen we nog een witstaarthert (white tailed deer) en een grote kudde wapiti’s (elks).

Na een lange rijdag kwamen we uiteindelijk aan in het dorpje Custer waar we twee nachten logeren. Nadat we in het hotel ingecheckt waren, kozen we zoals gisteren weer voor een snelle hap en om 20u30 zaten we aan de pizza in de Pizza Hut. En die was verrassend lekker. Oh, en één large pizza is zeker genoeg voor twee personen.